De placenta

[vc_row full_width=”stretch_row_content_no_spaces” parallax=”content-moving” parallax_image=”4305″ css=”.vc_custom_1455385349568{padding-top: 200px !important;padding-bottom: 200px !important;}” dt_color=”#ffffff” dt_color_opacity=”01″][vc_column][/vc_column][/vc_row][vc_row full_width=”stretch_row” css=”.vc_custom_1455385594830{padding-top: 100px !important;padding-bottom: 100px !important;background-color: #fafafa !important;}”][vc_column][vc_row_inner][vc_column_inner width=”1/12″][/vc_column_inner][vc_column_inner width=”5/6″][vc_column_text]

De bevalling

De placenta

Na de geboorte van de baby voel je bijna geen weeën meer. Toch ben je er dan nog niet. De baarmoeder trekt nog samen om de placenta los te maken en om te voorkomen dat je veel bloed verliest. Dat voelt als een pijnlijke kramp. De verloskundige controleert of de placenta los ligt. Als dat zo is, oefent ze druk uit op je buik en mag je nog een keer meepersen. Als het goed is, komen dan de placenta, de navelstreng en de vliezen naar buiten. Komt de placenta niet binnen een uur naar buiten, dan moet deze onder narcose verwijderd worden in het ziekenhuis.[/vc_column_text][vc_empty_space height=”60″][/vc_column_inner][vc_column_inner width=”1/12″][/vc_column_inner][/vc_row_inner][/vc_column][/vc_row]